hypo en hyper

Iemand met diabetes moet zijn bloedsuiker zelf regelen. Als het niet goed gaat wordt het bloedsuiker te hoog of te laag. Te laag bloedsuiker wordt een hypo genoemd, een te hoog bloedsuiker is een hyper. 

Iemand met een hyper heeft last van:

  • moeheid;
  • slaperigheid;
  • vaak plassen;
  • heel erg dorst;
  • droge tong.

Als iemand een hyper heeft dan moet hij insuline gebruiken.

Iemand met een hypo heeft last van:

  • wisselend humeur;
  • hoofdpijn;
  • moe zijn;
  • veel honger;
  • trillen;
  • duizeligheid;
  • bleke huid;
  • zweten.

Als iemand een hypo heeft dan moet hij meteen suiker eten of drinken.